Een Groenlandse gletsjer die lang stabiel werd geacht, smelt sneller dan gedacht. Volgens nieuwe metingen is de dikte van de 79° N-gletsjer in het uiterste noordoosten van Groenland met 160 meter afgenomen sinds 1998.
Warm oceaanwater dat onder de gletsjer stroomt laat het ijs van onderaf smelten. Hoge temperaturen leiden bovendien tot meren op het oppervlak. Dat water stroomt vervolgens door enorme kanalen diep in het ijs naar de oceaan. Eén zo’n kanaal was maar liefst 500 meter hoog, terwijl het ijs er boven nog maar 190 meter dik was. Dat blijkt uit grondmetingen en radargegevens vanuit de lucht.
Kamp in de kou
De onderzoekers hadden een kamp opgeslagen in het noordoosten van Groenland, vanwaar een helikopter opsteeg om met moderne radartechnologie metingen te doen in een deel van de afgelegen 79° N-gletsjer dat moeilijk bereikbaar is. Ook een speciaal poolvliegtuig en satelliet data droegen bij aan de nauwkeurige metingen van het gletsjerijs.
Daarmee kon worden achterhaald in hoeverre de opwarming van de aarde effect heeft op de stabiliteit van de drijvende gletsjertong. Dat is belangrijk voor de resterende ijsplaten in Groenland en op Antarctica, omdat instabiliteit van ijs meestal leidt tot een versnelling van de ijsstroom in de oceaan wat de zeespiegel laat stijgen.
De 79 N-gletsjer
De Nioghalvfjerdsgletsjer wordt ook wel 79 N-gletsjer genoemd, vanwege zijn ligging op de 79ste breedtegraad noord. De gletsjer in het uiterste noordoosten van Groenland heeft een gletsjertong van 80 kilometer lang en 20 kilometer breed. Het is een van de drie overgebleven gletsjers met een drijvende ijstong. In het verleden leek hij enorm stabiel, maar in de afgelopen decennia is toch gebleken dat het ijs snel dunner wordt.
Bron
Lees het hele artikel op de website van Scientias
Nog geen reacties, wordt de eerste!